Negatieve gedachten kunnen zich vastzetten als een soort innerlijke stem die steeds opnieuw vertelt wat er niet goed is aan jou of aan je situatie.
Dat vreet energie. En het maakt het lastig om jezelf met vertrouwen te zien.
Gelukkig kun je leren om die gedachten uit te dagen.
Niet door ze weg te drukken, maar door ze te onderzoeken en stap voor stap minder geloofwaardig te maken.
Zie het als het wegzagen van de poten onder negatieve overtuigingen – zodat er ruimte komt voor gedachten die je wél ondersteunen.
In dit artikel ontdek je hoe je dat aanpakt: van bewustwording tot ombuigen, met een helder stappenplan.
Wat levert het op?
- Meer rust in je hoofd
- Een positiever zelfbeeld
- Minder stress en onzekerheid
- En meer zelfvertrouwen in het dagelijks leven

Wat is gedachten uitdagen?
Gedachten uitdagen is een effectieve methode om negatieve gedachtepatronen te doorbreken. Door kritisch te kijken naar gedachten die je belemmeren, ontstaat er ruimte. Ruimte tussen jou en de gedachte – en daarmee ook ruimte voor mildheid, positiviteit en optimisme.
Gedurende de dag lopen er voortdurend zinnen door je hoofd.
Sommige bewust, andere onbewust. Bijvoorbeeld:
– Ik vind dit te moeilijk
– Ik kan dit niet
– Ik ben dom
– Ik ben een mislukkeling
Deze interne dialoog staat zelden stil. En als de toon vooral negatief is, kan dat grote invloed hebben op hoe je je voelt – en op hoe je jezelf ziet.
Herkenbaar?
Dan is het tijd om te leren hoe je met deze gedachten kunt omgaan.
Het stappenplan hieronder helpt je om negatieve gedachten uit te schakelen en te vervangen door helpende, realistische overtuigingen.
De voordelen van het uitdagen van je negatieve gedachten
Door je negatieve gedachten uit te dagen:
- Leer je positiever denken
- Zit je beter in je vel
- Krijg je meer zelfvertrouwen
- Ervaar je minder stress
- Word je zelfverzekerder
- Vergroot je je zelfliefde
Genoeg redenen dus om hiermee aan de slag te gaan!
Stappenplan: Zo daag je je gedachten uit
Negatieve gedachten kunnen veel invloed hebben op hoe je je voelt. Gelukkig kun je leren om ze stap voor stap uit te dagen – zodat ze minder grip op je krijgen.
Het onderstaande schema helpt je daarbij. Het is een eenvoudig en effectief stappenplan om bewust met je gedachten om te gaan en ruimte te maken voor helpendere overtuigingen.
Stap 1: Gebruik een gedachtenboek
De eerste stap is bewustwording. Je kunt pas iets veranderen aan je gedachten als je weet wat je precies denkt.
Een praktische manier om hiermee te beginnen, is het bijhouden van een gedachtenboek. Plan elke dag een vast moment in om terug te kijken op situaties waarin je last had van negatieve gedachten.
Schrijf op:
- Wat gebeurde er?
- Welke gedachte ging er door je heen?
- Hoe voelde je je daarbij?
Door gedachten op te schrijven, worden ze concreter én beter zichtbaar. Alleen wanneer je weet welke gedachten je belemmeren, kun je ze stap voor stap gaan uitdagen.
Doen: Schaf een gedachtenboek aan.
Stap 2: Verken je gedachten
Als je je gedachten regelmatig opschrijft, ga je patronen herkennen. Sommige gedachten keren steeds terug. Ze lijken op de achtergrond altijd aanwezig.
Sta eens stil bij de volgende vragen:
- Van welke gedachten heb je vaak last?
- Welke zinnen keren telkens terug in je hoofd?
- In welke situaties merk je dat bepaalde overtuigingen opspelen?
Door je gedachten te verkennen, leer je beter begrijpen waar je last van hebt – en waar je aandacht naartoe mag. Pas als je weet wat je denkt, kun je kiezen hoe je ermee om wilt gaan.
Doen: Schrijf op van welke gedachten je last hebt.

Stap 3: Ontdek je triggers
Negatieve gedachten komen zelden zomaar uit het niets. Vaak worden ze getriggerd door een situatie, omgeving of activiteit.
Als je terugkijkt op de afgelopen periode, stel jezelf dan de vraag:
- Wat was je aan het doen op het moment dat de negatieve gedachten opkwamen?
- Welke situaties lijken steeds dezelfde gedachten uit te lokken?
Voorbeelden van veelvoorkomende triggers:
- Je zat op social media
- Je ging naar een feestje
- Je was in de sportschool
- Je hoorde kritiek of kreeg een afwijzing
- Je vergeleek jezelf met iemand anders
Door je triggers te herkennen, krijg je meer grip op je denkpatronen. Je leert niet alleen wat je denkt, maar ook wanneer en waarom die gedachten opkomen. Dat is waardevolle informatie voor de volgende stap.
Doen: Schrijf voor jezelf op wat je aan het doen was toen de negatieve gedachte bij je opkwam.
Stap 4: Hoe voelde je je?
Gedachten hebben invloed op hoe je je voelt. Daarom is het belangrijk om niet alleen te kijken wat je dacht, maar ook hoe je je daarbij voelde.
Stel jezelf de vraag:
Hoe voelde ik me op het moment dat die negatieve gedachte opkwam?
Noteer dat gevoel, en geef het een cijfer op een schaal van 1 tot 10:
- 1 = zeer negatief (bijvoorbeeld: verdrietig, onzeker, gespannen)
- 10 = zeer positief (bijvoorbeeld: ontspannen, krachtig, blij)
Door dit regelmatig te doen, krijg je inzicht in de impact van je gedachten op je emoties. Het helpt je om patronen te herkennen én om later te zien welke gedachten je juist versterken.
Doen: Geef jezelf een cijfer op het moment dat je de gedachte had.
Stap 5: Daag je gedachten uit
Nu je zicht hebt op je gedachte en de bijbehorende gevoelens, is het tijd voor de volgende stap: het uitdagen van je gedachte.
Dit doe je door zowel voor- als tegenargumenten op te schrijven. Zo onderzoek je hoe waar de gedachte eigenlijk is, en ontstaat er ruimte om er anders naar te kijken.
Stel jezelf de volgende vragen:
- Wat zijn de argumenten vóór deze gedachte?
- Wat zijn de argumenten tégen deze gedachte?
Voorbeelden van argumenten vóór de gedachte:
- De vorige keer dat ik het probeerde, lukte het ook niet
- Ik leer niet zo snel als anderen
Voorbeelden van argumenten tégen de gedachte:
- Het begin is altijd moeilijk
- Ik weet eigenlijk niet of de ander dat echt over mij denkt
- Als ik volhoud, lukt het me uiteindelijk wel
Door op deze manier tegenargumenten te formuleren, daag je je automatische gedachten uit. Je creëert afstand en ruimte voor een realistischer en vriendelijker perspectief.
Doen: Schrijf zo veel tegenargumenten op als je kunt!

Stap 6: Is het een “wat als”-gedachte?
Sommige negatieve gedachten zijn eigenlijk voorspellingen. Gedachten die beginnen met “Wat als…” gaan vaak niet over feiten, maar over angst voor wat er misschien zou kunnen gebeuren.
Voorbeelden:
- Wat als ik faal?
- Wat als ze me niet aardig vinden?
- Wat als ik het niet goed doe?
Als je merkt dat je in zo’n gedachte zit, stel jezelf dan deze twee vragen:
- Hoe groot is de kans dat dit écht gaat gebeuren?
- Wat is het ergste dat er kan gebeuren als het wél gebeurt?
Door deze vragen eerlijk te beantwoorden, breng je de gedachte terug naar proportie. Vaak blijkt het scenario minder waarschijnlijk – of minder erg – dan het in je hoofd leek.
Doen: Schrijf jouw antwoorden op in je gedachtenboek.
Stap 7: Wat zou een vriend(in) zeggen over deze gedachte?
Een krachtige manier om negatieve gedachten te relativeren, is door ze vanuit een ander perspectief te bekijken. Stel jezelf de vraag:
Wat zou een vriend(in) tegen mij zeggen als ik deze gedachte met hem of haar zou delen?
Vaak zijn we milder, realistischer en steunender naar anderen dan naar onszelf.
Door jezelf even in de schoenen van een ander te zetten, wordt het makkelijker om te zien dat een negatieve gedachte niet altijd klopt – of veel te streng is.
Draai het eventueel om:
Wat zou jij zeggen tegen een vriend(in) die met deze gedachte worstelt?
Deze oefening helpt om afstand te nemen van je automatische gedachten en een vriendelijkere innerlijke stem te ontwikkelen.
Doen: Schrijf het antwoord op in je gedachtenboek.
Stap 8: Gaat deze gedachte mij helpen?
Sommige gedachten zijn niet per se waar of onwaar, maar wél onbehulpzaam. Ze houden je klein, geven stress of zorgen ervoor dat je niet in beweging komt.
Stel jezelf daarom deze eenvoudige, maar krachtige vraag:
Hoe behulpzaam is deze gedachte?
En vervolgens:
Waarom is deze gedachte wel of niet behulpzaam voor mij op dit moment?
Een gedachte die je belemmert, mag je loslaten – ook als er een kern van waarheid in zit. Het doel is niet om alles rooskleurig te maken, maar om te kiezen voor gedachten die je verder helpen.
Doen: Schrijf het antwoord op in je gedachtenboek.
Stap 9: Verbeter je denkwijze
In deze stap bouw je verder op wat je in stap 8 hebt ontdekt. Nu je weet dat een gedachte niet helpend is, kun je actief op zoek gaan naar een alternatief dat wél steunend is.
Stel jezelf de vraag:
Wat is een positievere en helpendere manier om naar deze situatie te kijken?
Een praktische methode hiervoor is de twee-kolommen techniek:
- In de linkerkolom schrijf je de negatieve gedachte op waar je last van hebt.
- In de rechterkolom zet je er een positieve, realistische gedachte tegenover. Een gedachte die je wílt geloven – en die je helpt om verder te komen.
Voorbeeld:
| Negatieve gedachte | Helpende gedachte |
|---|---|
| Ik kan dit niet | Als ik oefen, word ik er vanzelf beter in |
| Niemand vindt me aardig | Ik ben waardevol zoals ik ben |
Het gaat niet om ‘roze bril’-denken, maar om eerlijk en vriendelijk kijken naar jezelf en de situatie. Dat is de basis voor een gezondere, veerkrachtigere manier van denken.
Doen: Schrijf op wat een betere denkwijze is.

Stap 10: Wat was het resultaat?
Nu je je negatieve gedachte hebt uitgedaagd en een helpende gedachte hebt geformuleerd, is het tijd om even stil te staan bij het effect.
Hoe voel je je nu, op een schaal van 1 tot 10?
- 1 = zeer negatief
- 10 = zeer positief
Misschien gaf je jezelf eerst een 5 en nu een 7. Dat verschil laat zien dat het uitdagen van je gedachten effect heeft – en dat je in staat bent om je gemoedstoestand te beïnvloeden.
Deze stap is een soort check-in:
Heeft deze oefening geholpen om je beter te voelen?
Zo ja: goed gedaan.
En zo niet: wees mild. Het is een proces – en elke keer dat je oefent, wordt het iets makkelijker.
Doen: Geef een cijfer hoe je je nu voelt.

Hoe nu verder met het uitdagen van je gedachten?
Misschien vond je het doorlopen van alle stappen best intensief. En dat is heel begrijpelijk.
Weet dat dit normaal is.
Net als elke gewoonte vraagt ook deze oefening in het begin wat tijd en gerichte aandacht. Je hebt bepaalde gedachtepatronen jarenlang met je meegedragen – het kost dus ook wat oefening om daar verandering in te brengen.
Maar: hoe vaker je ermee oefent, hoe makkelijker het wordt.
Na verloop van tijd zul je merken dat je negatieve gedachten sneller herkent, dat je helpende gedachten vanzelf naar boven komen, en dat je het uitdagen niet eens meer op papier hoeft te doen – maar gewoon in je hoofd.
Geef jezelf de tijd.
Wees mild.
En onthoud: elke keer dat je oefent, maak je het pad een stukje vrijer voor positieve verandering.
Meer lezen? Ontdek het Zelfvertrouwen Handboek
Wil je dieper ingaan op het uitdagen van negatieve gedachten en leren hoe je stap voor stap positiever kunt denken?
Dan is het Zelfvertrouwen Handboek een waardevolle volgende stap.
In dit handboek vind je praktische en toegankelijke oefeningen die je helpen om hardnekkige gedachtepatronen te doorbreken en meer vertrouwen in jezelf op te bouwen.
Een concreet en overzichtelijk hulpmiddel voor wie écht aan de slag wil met meer rust, kracht en helderheid van binnenuit.



